donderdag 24 april 2008

Tranen zónder ammoniak


Een ammoniaklekkage bij Rotterdam CS heeft gisteren voor paniek gezorgd. Er waren geen slachtoffers en de gealarmeerde hulpdiensten reageerden snel en adequaat. De schade viel mee, al moesten treinverkeer, trams en ander vervoer korte tijd uit voorzorg worden stilgelegd.
De lekkage kwam van een container op het Stationsplein bij Rotterdam Centraal, dat komende jaren nog wel even een giga-bouwput zal blijven. Aan de rand van het plein dichtten brandweermensen in beschermende pakken de afsluiter van een gespecialiseerd bedrijf dat met ammoniak de grond bevriest voor allerlei boorwerkzaamheden.
De ammoniakdamp bezorgde voetgangers, passanten en reizigers in de tijdelijk ontregelde omgeving veel overlast; met name geprikkelde luchtwegen en ogen.
Menigeen moest een traan wegpinken, en niet van vreugde.

Je vraagt je af welke foto's of beelden dit 'ammoniak-incident' - inclusief de begrijpelijke paniek - enkele maanden eerder zou hebben opgeleverd, op precies dezelfde plek.
Het bijschrift voor zo'n 'rampenfoto' zou dan nog letterlijk boven het inmiddels afgebroken Rotterdamse hoofdstationsgebouw hebben gestaan, in zachtblauw neon.

De woordgrap, in feite een kunstwerk, op de voorgevel boven het architectonisch fraaie NS-station is te snel verdwenen uit het stadsbeeld.
Zoals wel meer te vroeg door de overdosis aan daadkracht verdwijnt uit Rotterdam - anderen mogen vooral niet denken dat de wraak en verwoesting van de vijand in deze stad na 1940 plots is opgehouden. In Rotterdam kan het altijd groter, megalomaner, gekker en in elk geval hoger. Niet duurder natuurlijk, begrotingsoverschrijdingen zijn weer voorbehouden aan Amsterdam.

Boven op het dak van Rotterdam-CS stond, vrijwel onopgemerkt, aan de voorkant van het Stationsplein afgelopen maanden "TRAAN LATEN".
Het treinstationsgebouw, in strakke wederopbouwstijl, is inmiddels volledig met de grond gelijk gemaakt. Het moet plaats maken voor een nieuw onder-/bovengronds transportknooppunt waar ergens komend decennium metro, HSL naar Parijs, Randstadrail, trams, bussen, taxi's, ja wat al niet op z'n eenentwintigste- eeuws aan elkaar zullen zijn geknoopt.
De verbouwers met hun eeuwige heipalen, lawaaimachines en graafputten besloten - vermoedelijk ergens in een bouwkeet - met een aantal kunstenaars tot een creatieve daad.

Een ode aan de stad of aan de vorige wederopbouw, een ludiek bedoeld afscheid misschien. Afgelopen herfst sloegen slopers en planners aan het scrabbelen met de oude NS-belettering CENTRAAL STATION, ook bij zonlicht tientallen jaren lang een baken voor haastige reizigers, want zonder het avondneon van heinde en verre al te zien boven de kaalgeslagen stad. Na enig passen, weer weglaten en vooral bekwaam schuiven met de meer dan manshoge, loodzware oude lichtbakletters ontstonden zó twee nieuwe woorden. Een begrip op z'n minst voor een glimlach.
De bekende opgerolde Rotterdamse hemdsmouwen - uitsluitend verkrijgbaar alhier - zetten onlangs de finale sloop in van het oude NS-station. Ook het instant-monument op het spoorwegdak met de Rotterdamse 'traan' sneuvelde weer, want niets is in dit stadsdécor is zo eeuwig als het tijdelijke.

Daarmee verdween ook het droomonderschrift voor een potentiële rampenfoto van bijvoorbeeld het jongste verbouwingslek.

De totale afbraak van Rotterdam Centraal kwam dus geen moment te vroeg. Geen reiziger ook die het nog begrepen zou hebben: tranen, zónder ammoniak.

Geen opmerkingen: